Home ->Woordenboeken ->Zweeds/Duits ->Zoek: organisatör

Zweedse en Duitse zoekresultaten voor: organisatör

Overzicht

Zweeds naar Duits: Meer gegevens...

organisator:
- Organisator; Veranstalter
Organisatör:
- Organisator; Besprechungsorganisator
organisatör:
- Organisator; Besprechungsorganisator
Wiktionary:
- organisatör → Organisator
- organisatör → Veranstalter, Organisator

Duits naar Zweeds: Meer gegevens...

Organisator:
- organisator; organisatör; mötesorganisatör; Organisatör
Wiktionary:
- Organisator → organisatör
- Organisator → organisatör, arrangör

Zweeds

Uitgebreide vertaling voor organisatör (Zweeds) in het Duits

organisator:

organisator zelfstandig naamwoord

organisator
der Organisator; der Veranstalter
- Organisator [der ~] zelfstandig naamwoord
- Veranstalter [der ~] zelfstandig naamwoord

Vertaal Matrix voor organisator:

Zelfstandig Naamwoord	Verwante vertalingen	Andere vertalingen
Organisator	organisator	Organisatör; mötesorganisatör; organisatör
Veranstalter	organisator

Organisatör:

Organisatör

Organisatör (organisatör; mötesorganisatör)
der Organisator; Besprechungsorganisator
- Organisator [der ~] zelfstandig naamwoord
- Besprechungsorganisator

Vertaal Matrix voor Organisatör:

Zelfstandig Naamwoord	Verwante vertalingen	Andere vertalingen
Organisator	Organisatör; mötesorganisatör; organisatör	organisator
Not Specified	Verwante vertalingen	Andere vertalingen
Besprechungsorganisator	Organisatör; mötesorganisatör; organisatör

organisatör:

organisatör

organisatör (Organisatör; mötesorganisatör)
der Organisator; Besprechungsorganisator
- Organisator [der ~] zelfstandig naamwoord
- Besprechungsorganisator

Vertaal Matrix voor organisatör:

Zelfstandig Naamwoord	Verwante vertalingen	Andere vertalingen
Organisator	Organisatör; mötesorganisatör; organisatör	organisator
Not Specified	Verwante vertalingen	Andere vertalingen
Besprechungsorganisator	Organisatör; mötesorganisatör; organisatör

Synoniemen voor "organisatör":

arrangör

Wiktionary: organisatör

organisatör

noun

Person, die verantwortlich Materialien bereitstellen und/oder Abläufe vorbereiten
- Organisator → organisatör

Cross Translation:

From	To	Via
• organisatör	→ Veranstalter; Organisator	↔ organisator — iemand die organiseert of die organisatietalent heeft
• organisatör	→ Veranstalter; Organisator	↔ organizer — person arranging public events

Duits

Uitgebreide vertaling voor organisatör (Duits) in het Zweeds

Organisator:

Organisator [der ~] zelfstandig naamwoord

der Organisator (Veranstalter)
organisator
- organisator zelfstandig naamwoord
der Organisator (Besprechungsorganisator)
organisatör; mötesorganisatör; Organisatör

Vertaal Matrix voor Organisator:

Zelfstandig Naamwoord	Verwante vertalingen	Andere vertalingen
organisator	Organisator; Veranstalter
Not Specified	Verwante vertalingen	Andere vertalingen
Organisatör	Besprechungsorganisator; Organisator
mötesorganisatör	Besprechungsorganisator; Organisator
organisatör	Besprechungsorganisator; Organisator

Synoniemen voor "Organisator":

Analyst; Analytiker; Problemanalytiker; Charakter; Einzelwesen; Individuum; Mensch; Person; Persönlichkeit; Subjekt; Typ
Veranstalter

Wiktionary: Organisator

Organisator

noun

Person, die verantwortlich Materialien bereitstellen und/oder Abläufe vorbereiten
- Organisator → organisatör

Cross Translation:

From	To	Via
• Organisator	→ organisatör	↔ organisator — iemand die organiseert of die organisatietalent heeft
• Organisator	→ arrangör; organisatör	↔ organizer — person arranging public events