Home ->Woordenboeken ->Zweeds/Duits ->Zoek: pris

Zweedse en Duitse zoekresultaten voor: pris

Overzicht

Zweeds naar Duits: Meer gegevens...

pris:
- Preis; Kosten; Gewinn; Fahrpreis
Wiktionary:
- pris → Prise, Preis
- pris → Entgelt, Preis, Prämie

Zweeds

Uitgebreide vertaling voor pris (Zweeds) in het Duits

pris:

pris [-ett] zelfstandig naamwoord

pris
der Preis; der Kosten; der Gewinn
- Preis [der ~] zelfstandig naamwoord
- Kosten [der ~] zelfstandig naamwoord
- Gewinn [der ~] zelfstandig naamwoord
pris
der Preis
- Preis [der ~] zelfstandig naamwoord
pris (färdbiljettspris; biljett; biljettpris)
der Fahrpreis
- Fahrpreis [der ~] zelfstandig naamwoord

Vertaal Matrix voor pris:

Zelfstandig Naamwoord	Verwante vertalingen	Andere vertalingen
Fahrpreis	biljett; biljettpris; färdbiljettspris; pris	prislista
Gewinn	pris	användbarhet; avans; avkastning; förtjänst; gagn; heder 6-ärebetygelse; nytta; nyttighet; produktivitet; profit; vinning; vinst; ära; överskott
Kosten	pris	arvode; avgift; heder 6-ärebetygelse; kostnad; ära
Preis	pris	heder 6-ärebetygelse; ära
Not Specified	Verwante vertalingen	Andere vertalingen
Gewinn		vinst

Synoniemen voor "pris":

kostnad; vinst; tariff; prilla; taxa

Wiktionary: pris

pris

noun

Schnupftabak
- Prise → pris
ein Gewinn in einem Wettbewerb
- Preis → pris
eine ehrende Auszeichnung für besonders Verdienste
- Preis → pris
den beim Erwerb einer Ware oder Dienstleistung zu zahlende Geldbetrag
- Preis → pris

Cross Translation:

From	To	Via
• pris	→ Entgelt	↔ charge — amount of money levied for a service
• pris	→ Preis	↔ price — cost required to gain possession of something
• pris	→ Preis	↔ price — cost of an action or deed
• pris	→ Preis	↔ prize — honor or reward striven for in a competitive contest
• pris	→ Preis	↔ prize — that which may be won by chance
• pris	→ Preis	↔ prijs — de gevraagde geldsom bij verkoop
• pris	→ Preis	↔ prix — Valeur financière d’un objet.
• pris	→ Prämie	↔ prix — Récompense.

Verwante vertalingen van pris