Home ->Woordenboeken ->Zweeds/Duits ->Zoek: program

Zweedse en Duitse zoekresultaten voor: program

Overzicht

Zweeds naar Duits: Meer gegevens...

program:
- Terminkalender; Programm; Anwendung; App; Software
Wiktionary:
- program → Programm, Sendung

Zweeds

Uitgebreide vertaling voor program (Zweeds) in het Duits

program:

program [-ett] zelfstandig naamwoord

program (fickdagbok; dagordning; fickkalender; filofax)
der Terminkalender
- Terminkalender [der ~] zelfstandig naamwoord
program
Programm
- Programm
program
die Anwendung; Programm; App
- Anwendung [die ~] zelfstandig naamwoord
- Programm
- App
program
die Software
- Software [die ~] zelfstandig naamwoord
program
die Anwendung
- Anwendung [die ~] zelfstandig naamwoord

Vertaal Matrix voor program:

Zelfstandig Naamwoord	Verwante vertalingen	Andere vertalingen
Anwendung	program	användning; applikation; bruk; sed; tillämpning; utövande; vana
Software	program	programvara; software
Terminkalender	dagordning; fickdagbok; fickkalender; filofax; program
Not Specified	Verwante vertalingen	Andere vertalingen
App	program
Programm	program

Synoniemen voor "program":

dagordning; schema; tidsschema; agenda

Wiktionary: program

Cross Translation:

From	To	Via
• program	→ Programm	↔ cycle — program on a washing machine
• program	→ Programm	↔ program — set of structured activities
• program	→ Programm	↔ program — leaflet listing information about a play, game or other activity
• program	→ Programm; Sendung	↔ program — performance of a show or other broadcast on radio or television
• program	→ Programm	↔ program — software application

Computer vertaling door derden:

Duits

Uitgebreide vertaling voor program (Duits) in het Zweeds

program: ^{(*Woord en zin splitter gebruikt)}

pro: från; för; pro
Gram: grämelse; ilska; vrede; sörg; sorg; svårighet; bedrövelse; sorgsenhet; dysterhet; retelse; sorglighet

Computer vertaling door derden: