Zweeds
Uitgebreide vertaling voor rastlöshet (Zweeds) in het Duits
rastlöshet: (*Woord en zin splitter gebruikt)
- rastlös: steif; unbeständig; zappelig; rührig; flatterhaft; unruhig; rastlos; ruhelos
- het: leidenschaftlich; eifrig; hemmungslos; hitzig; feurig; hingebungsvoll; temperamentvoll; ungestüm; inbrünstig; passioniert; hitzköpfig; heißblütig; aufgeregt; frisch; lebhaft; munter; tüchtig; lebendig; erregt; aufgebracht; erhitzt; aufgeweckt; quick; glühend; agitiert; sehr aussichtsreich
- rast: Erholung; Pause; Entspannung; Unterbrechung; Mittagspause; Ruhepause; Schulpause; Arbeitspause
- löshet: Lockerheit
- Het: Sehr aussichtsreich
Spelling Suggesties voor: rastlöshet
- Searching for suggestions...
Wiktionary: rastlöshet
rastlöshet
noun
-
aus dem eigenen Inneren kommende Aufregung
- Unruhe → rastlöshet; oro
Computer vertaling door derden:
Duits
Suggesties voor rastlöshet in het Duits
Spelling Suggesties voor: rastlöshet
- Searching for suggestions...
Computer vertaling door derden: