Overzicht
Zweeds naar Duits:   Meer gegevens...
  1. skorpa:
  2. Wiktionary:


Zweeds

Uitgebreide vertaling voor skorpa (Zweeds) in het Duits

skorpa:

skorpa [-en] zelfstandig naamwoord

  1. skorpa (kaka; kex)
    der Kuchen; Biskuit; der Keks; Gebäck; der Zwieback
    • Kuchen [der ~] zelfstandig naamwoord
    • Biskuit [das ~] zelfstandig naamwoord
    • Keks [der ~] zelfstandig naamwoord
    • Gebäck [das ~] zelfstandig naamwoord
    • Zwieback [der ~] zelfstandig naamwoord
  2. skorpa (sårskorpa; ruga)
    die Kruste; der Schorf; die Borke
    • Kruste [die ~] zelfstandig naamwoord
    • Schorf [der ~] zelfstandig naamwoord
    • Borke [die ~] zelfstandig naamwoord

Vertaal Matrix voor skorpa:

Zelfstandig NaamwoordVerwante vertalingenAndere vertalingen
Biskuit kaka; kex; skorpa kaka; kex
Borke ruga; skalk; skorpa; sårskorpa bark; barkstycke; skälla
Gebäck kaka; kex; skorpa bakelse; kaka; kex; mjuk kaka; tårta
Keks kaka; kex; skorpa kaka; kex
Kruste ruga; skalk; skorpa; sårskorpa
Kuchen kaka; kex; skorpa bakelse; gammal person; kaka; kakor; kex; mjuk kaka; paj; tårta; åldring
Schorf ruga; skalk; skorpa; sårskorpa
Zwieback kaka; kex; skorpa brödskorpa

Synoniemen voor "skorpa":

  • förhårdnad

Wiktionary: skorpa

skorpa
noun
  1. die äußere Umhüllung verschiedener Lebensmittel, etwa beim Brot (Brotkruste) oder beim Käse (Käserinde)
  2. feste, harte Schicht auf einem weichen Körper

Cross Translation:
FromToVia
skorpa Kruste crust — outermost layer of a planet
skorpa Kruste crust — outer layer of bread
skorpa Zwieback rusk — light, soft bread, often toasted or crisped in an oven
skorpa Schorf scab — incrustation over a wound
skorpa Zwieback biscottetranche de pain sécher au four.

Verwante vertalingen van skorpa