Home ->Woordenboeken ->Zweeds/Duits ->Zoek: träsk

Zweedse en Duitse zoekresultaten voor: träsk

Overzicht

Zweeds naar Duits: Meer gegevens...

träsk:
- Niedermoor; Flachmoor; Niederungsmoor; Sümpfe; Moraste; Sumpfgebiet; Sumpfland
Wiktionary:
- träsk → Sumpf
- träsk → Zwickmühle, Sumpf

Zweeds

Uitgebreide vertaling voor träsk (Zweeds) in het Duits

träsk:

träsk [-ett] zelfstandig naamwoord

träsk (mosse; kärr)
Niedermoor; Flachmoor; Niederungsmoor
- Niedermoor [das ~] zelfstandig naamwoord
- Flachmoor [das ~] zelfstandig naamwoord
- Niederungsmoor [das ~] zelfstandig naamwoord
träsk (sumpmarker)
die Sümpfe; die Moraste
- Sümpfe [die ~] zelfstandig naamwoord
- Moraste [die ~] zelfstandig naamwoord
träsk (sumpmarker)
Sumpfgebiet; Sumpfland
- Sumpfgebiet [das ~] zelfstandig naamwoord
- Sumpfland [das ~] zelfstandig naamwoord

Vertaal Matrix voor träsk:

Zelfstandig Naamwoord	Verwante vertalingen	Andere vertalingen
Flachmoor	kärr; mosse; träsk
Moraste	sumpmarker; träsk
Niedermoor	kärr; mosse; träsk
Niederungsmoor	kärr; mosse; träsk
Sumpfgebiet	sumpmarker; träsk
Sumpfland	sumpmarker; träsk
Sümpfe	sumpmarker; träsk	pölar

Synoniemen voor "träsk":

sumpmark; kärr

Wiktionary: träsk

träsk

noun

flache, stehende Wasserfläche mit Vegetation
- Sumpf → sump; träsk; moras; kärr

Cross Translation:

From	To	Via
• träsk	→ Zwickmühle	↔ quagmire — a perilous, mixed up and troubled situation
• träsk	→ Sumpf	↔ marais — Étendue humide (1)
• träsk	→ Sumpf	↔ marécage — étendue de terre saturée d'eau pendant la plus grande partie de l'année, et dont la surface du sol n'est généralement recouverte que d'une faible profondeur d'eau.