Overzicht
Zweeds naar Duits:   Meer gegevens...
  1. verktyg:
  2. Wiktionary:


Zweeds

Uitgebreide vertaling voor verktyg (Zweeds) in het Duits

verktyg:

verktyg [-ett] zelfstandig naamwoord

  1. verktyg (utrustning; hjälpmedel; handverktyg)
    Werkzeug; Gerät; Handwerkzeug
  2. verktyg
  3. verktyg
    der Generator

Vertaal Matrix voor verktyg:

Zelfstandig NaamwoordVerwante vertalingenAndere vertalingen
Generator verktyg alstrare; generator
Gerät handverktyg; hjälpmedel; utrustning; verktyg apparatur; artikel; enhet; maskineri; mekanism; mobiltelefon; punkt; utrustning
Handwerkzeug handverktyg; hjälpmedel; utrustning; verktyg
Werkzeug handverktyg; hjälpmedel; utrustning; verktyg
Not SpecifiedVerwante vertalingenAndere vertalingen
Tool verktyg

Synoniemen voor "verktyg":


Wiktionary: verktyg

verktyg
noun
  1. Technik: allgemeines Mittel oder Gerät, um Dinge herzustellen, zu reparieren etc.

Cross Translation:
FromToVia
verktyg Werkzeug; Gerät; Instrument tool — mechanical device intended to make a task easier
verktyg Werkzeug; Instrument tool — equipment used in a profession
verktyg Mittel; Werkzeug instrumentobjet construire permettant d'exécuter une action.
verktyg Mittel; Werkzeug outilinstrument dont les artisans, les jardiniers, etc., se servir pour leur travail.
verktyg Mittel; Werkzeug ustensile — Objet pour les arts (2)

Computer vertaling door derden:

Verwante vertalingen van verktyg