Overzicht
Zweeds naar Duits:   Meer gegevens...
  1. vrist:
  2. Wiktionary:


Zweeds

Uitgebreide vertaling voor vrist (Zweeds) in het Duits

vrist:

vrist [-en] zelfstandig naamwoord

  1. vrist
    der Rist; der Spann
    • Rist [der ~] zelfstandig naamwoord
    • Spann [der ~] zelfstandig naamwoord

Vertaal Matrix voor vrist:

Zelfstandig NaamwoordVerwante vertalingenAndere vertalingen
Rist vrist
Spann vrist

Synoniemen voor "vrist":


Wiktionary: vrist

vrist
noun
  1. veraltet der Knöchelbereich des menschlichen Beins, v.a. bei Frauen

Cross Translation:
FromToVia
vrist Fußknöchel; Knöchel; enkel ankle — joint between foot and leg