Overzicht
Zweeds naar Duits:   Meer gegevens...
  1. annex:
  2. Wiktionary:


Zweeds

Uitgebreide vertaling voor annex (Zweeds) in het Duits

annex:

annex [-ett] zelfstandig naamwoord

  1. annex
    die Zweigstelle; die Dependance; die Filiale
  2. annex
    Nebengebäude; die Dependance; die Zweigstelle

Vertaal Matrix voor annex:

Zelfstandig NaamwoordVerwante vertalingenAndere vertalingen
Dependance annex
Filiale annex affärskedja; agentur; avdelningskontor; filial; varuhuskedja
Nebengebäude annex
Zweigstelle annex avdelning; departement; filial; förvaltningsområde; institution; ministerium; sektion

Synoniemen voor "annex":

  • tillbyggnad; sidobyggnad

Wiktionary: annex

annex
noun
  1. veraltend: Nebengebäude (zum Beispiel eines Hotelkomplexes oder eines Krankenhauses)
  2. Anbau