Avund in het Duits vertaald uit het Zweeds

Overzicht

Zweeds naar Duits: Meer gegevens...

avund:
- Eifersucht; Jalousie; Mißgunst; Neid; Ressentiment; Nachtragendheit; Haß
Wiktionary:
- avund → Neid, Abgunst
- avund → Neid, Eifersucht, Brotneid, Gelüste, Lust, Missgunst, Verlangen, Mißgunst

Zweeds

Uitgebreide vertaling voor avund (Zweeds) in het Duits

avund (avundsjuka; missunnsamhet)
die Eifersucht; die Jalousie; die Mißgunst; der Neid
- Eifersucht [die ~] zelfstandig naamwoord
- Jalousie [die ~] zelfstandig naamwoord
- Mißgunst [die ~] zelfstandig naamwoord
- Neid [der ~] zelfstandig naamwoord
avund (missunsamhet; agg; ovilja; groll)
Ressentiment; die Nachtragendheit
- Ressentiment [das ~] zelfstandig naamwoord
- Nachtragendheit [die ~] zelfstandig naamwoord
avund
der Neid; der Haß
- Neid [der ~] zelfstandig naamwoord
- Haß [der ~] zelfstandig naamwoord

Zelfstandig Naamwoord	Verwante vertalingen	Andere vertalingen
Eifersucht	avund; avundsjuka; missunnsamhet	avundsjuka; nitälskan; svartsjuka
Haß	avund	animositet; fejd; fiendskap; hat; ovänskap; religiöst fiendeskap; religiöst hat; trumpenhet
Jalousie	avund; avundsjuka; missunnsamhet	fönsterlucka; rullgardin; spjäljalusi
Mißgunst	avund; avundsjuka; missunnsamhet	avundsjuka; nitälskan; svartsjuka
Nachtragendheit	agg; avund; groll; missunsamhet; ovilja
Neid	avund; avundsjuka; missunnsamhet	avundsjuka; nitälskan; svartsjuka
Ressentiment	agg; avund; groll; missunsamhet; ovilja	förtrytelse

avund

noun

der intensive negative Gefühlszustand von Menschen, wenn sie den Besitz, Erfolg, den körperlichen Vorzug oder das Glück eines anderen beobachten können, das sie nicht haben, aber ihm missgönnen.
- Neid → avundsjuka; avund
etwas beneiden
- Abgunst → avund

Cross Translation:

From	To	Via
• avund	→ Neid	↔ envy — resentful desire of something possessed by another
• avund	→ Eifersucht	↔ jaloersheid — een wrok die iemand koestert omdat men een ander niet gunt wat men zelf begeert
• avund	→ Brotneid; Gelüste; Lust; Missgunst; Neid; Verlangen; Eifersucht; Mißgunst	↔ envie — chagrin ou haine que l’on ressent du bonheur, des succès, des avantages d’autrui.