Overzicht
Zweeds naar Duits:   Meer gegevens...
  1. egen:
  2. Wiktionary:


Zweeds

Uitgebreide vertaling voor egen (Zweeds) in het Duits

egen:

egen bijvoeglijk naamwoord

  1. egen (eget)
    eigen; leiblich

Vertaal Matrix voor egen:

BijwoordVerwante vertalingenAndere vertalingen
eigen egen; eget ackurat; annorlunda; bisarrt; charactiristiskt; exakt; exentrisk; exentriskt; exotiskt; främmande; konstig; konstigt; kuriös; kuriöst; merkvärdigt; noggrann; noggrannt; ovanlig; ovanligt; precis; precist; sällsamt; udda; underlig; underligt; urskiljande
leiblich egen; eget fysisk; fysiskt; koppsligt

Synoniemen voor "egen":


Wiktionary: egen

egen
adjective
  1. jemandem zugehörig, jemandem selbst gehörend
  2. abweichend von anderen, auffällig

Cross Translation:
FromToVia
egen eigen- own — belonging to (determiner)
egen eigen proper — belonging to oneself or itself, own
egen eigen propre — Personnel

Verwante vertalingen van egen