Home ->Woordenboeken ->Zweeds/Duits ->Vertaal framåt

Vertaal framåt van Zweeds naar Duits

Overzicht

Zweeds naar Duits: Meer gegevens...

framåt:
- voran; zuvor; fort; verschwunden; weg; futsch; vorwaerts
- Angriffsspieler; Stürmer
Wiktionary:
- framåt → fürbass
- framåt → vorwärts, vorn, vorne

Zweeds

Uitgebreide vertaling voor framåt (Zweeds) in het Duits

framåt:

framåt bijvoeglijk naamwoord

framåt (kom igen)
voran; zuvor
- voran bijvoeglijk naamwoord
- zuvor bijvoeglijk naamwoord
framåt
fort; verschwunden; weg; futsch
- fort bijvoeglijk naamwoord
- verschwunden bijvoeglijk naamwoord
- weg bijvoeglijk naamwoord
- futsch bijvoeglijk naamwoord
framåt
vorwaerts
- vorwaerts bijvoeglijk naamwoord

framåt zelfstandig naamwoord

framåt
der Angriffsspieler; der Stürmer
- Angriffsspieler [der ~] zelfstandig naamwoord
- Stürmer [der ~] zelfstandig naamwoord

Vertaal Matrix voor framåt:

Zelfstandig Naamwoord	Verwante vertalingen	Andere vertalingen
Angriffsspieler	framåt	angripare; attackerare
Stürmer	framåt	angripare; studentmössa
Bijwoord	Verwante vertalingen	Andere vertalingen
fort	framåt
futsch	framåt	iväg med dig; schas
verschwunden	framåt	bortkommen; bortkommet; fattast; försvunnen; försvunnet
voran	framåt; kom igen
vorwaerts	framåt
weg	framåt	avgång; borta; försvunnen; försvunnet
zuvor	framåt; kom igen	föregående

Synoniemen voor "framåt":

positiv; vidare; driftig; forward

Wiktionary: framåt

framåt

adjective

veraltet: weiter, vorwärts
- fürbass → vidare; framåt

Cross Translation:

From	To	Via
• framåt	→ vorwärts; vorn; vorne	↔ forward — towards the front
• framåt	→ vorwärts	↔ onward — In a forward direction

Verwante vertalingen van framåt