Overzicht
Zweeds naar Duits:   Meer gegevens...
  1. hav:
  2. Wiktionary:


Zweeds

Uitgebreide vertaling voor hav (Zweeds) in het Duits

hav:

hav [-ett] zelfstandig naamwoord

  1. hav (ocean)
    Meer; die See; der Ozean
    • Meer [das ~] zelfstandig naamwoord
    • See [die ~] zelfstandig naamwoord
    • Ozean [der ~] zelfstandig naamwoord
  2. hav
    Meer
    • Meer [das ~] zelfstandig naamwoord

Vertaal Matrix voor hav:

Zelfstandig NaamwoordVerwante vertalingenAndere vertalingen
Meer hav; ocean
Ozean hav; ocean ocean; oceaner
See hav; ocean havet; sjö

Synoniemen voor "hav":


Wiktionary: hav

hav
noun
  1. nur Singular: sehr großes, zusammenhängendes Gewässer
  2. Bestandteil von Eigennamen großer Seen auf der Erde
  3. dunkel erscheinende Tiefebenen auf der Mondoberfläche
  4. großes, salziges Gewässer
  5. poetisch: große Menge

Cross Translation:
FromToVia
hav Meer zee — een uitgestrekt oppervlak zout water dat het grootste deel van de aarde bedekt
hav Meer; See sea — body of water
hav Meer; See mer — Vaste étendue d’eau saler qui baigner les diverses parties de la terre.

Verwante vertalingen van hav