Overzicht
Zweeds naar Duits:   Meer gegevens...
  1. hink:
  2. Wiktionary:


Zweeds

Uitgebreide vertaling voor hink (Zweeds) in het Duits

hink:

hink [-en] zelfstandig naamwoord

  1. hink (fat)
    Faß; die Tonne; der Eimer; der Kübel; der Bottich; der Trog; die Wanne; die Schüssel
    • Faß [das ~] zelfstandig naamwoord
    • Tonne [die ~] zelfstandig naamwoord
    • Eimer [der ~] zelfstandig naamwoord
    • Kübel [der ~] zelfstandig naamwoord
    • Bottich [der ~] zelfstandig naamwoord
    • Trog [der ~] zelfstandig naamwoord
    • Wanne [die ~] zelfstandig naamwoord
    • Schüssel [die ~] zelfstandig naamwoord
  2. hink (spann)
    die Schöpfeimer; die Eimer

Vertaal Matrix voor hink:

Zelfstandig NaamwoordVerwante vertalingenAndere vertalingen
Bottich fat; hink
Eimer fat; hink; spann
Faß fat; hink
Kübel fat; hink
Schöpfeimer hink; spann
Schüssel fat; hink bunke; gryta; handkärra; karott; kummel; matskål; skottkärra; skål; tallrik; tråg
Tonne fat; hink
Trog fat; hink
Wanne fat; hink badkar; balja; bunke; skål; tråg; tvättbalja; vanna

Synoniemen voor "hink":


Wiktionary: hink


Cross Translation:
FromToVia
hink Eimer bucket — container
hink Eimer gravity bong — gravity bong

Verwante vertalingen van hink