Overzicht
Zweeds naar Duits:   Meer gegevens...
  1. mogen:
  2. Wiktionary:


Zweeds

Uitgebreide vertaling voor mogen (Zweeds) in het Duits

mogen:

mogen bijvoeglijk naamwoord

  1. mogen (vuxet)
    erwachsen; ausgewachsen; entwickelt; heiratsfähig
  2. mogen (mognat; moget)
    abgelagert

Vertaal Matrix voor mogen:

BijwoordVerwante vertalingenAndere vertalingen
abgelagert mogen; moget; mognat
ausgewachsen mogen; vuxet grodd; grott
entwickelt mogen; vuxet involverad; involverat; utveklad; utveklat
erwachsen mogen; vuxet
heiratsfähig mogen; vuxet giftbar; giftbart; myndig; myndigt

Synoniemen voor "mogen":


Wiktionary: mogen

mogen
adverb
  1. insgesamt, als Ganzes gefestigt, abgerundet

Cross Translation:
FromToVia
mogen entwickelt developed — mature
mogen reif; gereift mature — fully developed
mogen reiflich mature — profound; careful
mogen reif ripe — ready for reaping or gathering, of fruits and seeds
mogen reif rijp — tot volwassenheid gekomen zijnde
mogen reif mûr — Qui a atteint son plein développement. (Sens général).

Verwante vertalingen van mogen