Home ->Woordenboeken ->Zweeds/Duits ->Vertaal stickling

Vertaal stickling van Zweeds naar Duits

Overzicht

Zweeds naar Duits: Meer gegevens...

stickling:
- Sprößling; Sproß; Trieb; Schößling; Schuß
Wiktionary:
- stickling → Kindel, Ableger, Absenker

Zweeds

Uitgebreide vertaling voor stickling (Zweeds) in het Duits

stickling:

stickling [-en] zelfstandig naamwoord

stickling (skott)
der Sprößling; der Sproß; der Trieb; der Schößling
- Sprößling [der ~] zelfstandig naamwoord
- Sproß [der ~] zelfstandig naamwoord
- Trieb [der ~] zelfstandig naamwoord
- Schößling [der ~] zelfstandig naamwoord
stickling (urklipp)
der Sprößling; der Schuß; der Trieb
- Sprößling [der ~] zelfstandig naamwoord
- Schuß [der ~] zelfstandig naamwoord
- Trieb [der ~] zelfstandig naamwoord

Vertaal Matrix voor stickling:

Zelfstandig Naamwoord	Verwante vertalingen	Andere vertalingen
Schuß	stickling; urklipp	detonation; droppar; explosion; knall; krocka; rusa; sammanstöta; smäll
Schößling	skott; stickling
Sproß	skott; stickling	avkomling; hårlock; hårtest; klänge; ranka; ättling
Sprößling	skott; stickling; urklipp	avkomling; baby; liten unge; litet barn; spädbarn; unge; ättling
Trieb	skott; stickling; urklipp	begär; boskapsdrivning; boskapsspår; drift; driva boskap; glädje; hårlock; hårtest; klänge; lust; nöje; ranka; sexlust; starkt behov; upptåg

Wiktionary: stickling

Cross Translation:

From	To	Via
• stickling	→ Kindel; Ableger; Absenker	↔ layer — shoot of a plant