Overzicht
Zweeds naar Duits:   Meer gegevens...
  1. affix:
Duits naar Zweeds:   Meer gegevens...
  1. affix:
    • Wiktionary:
      Affix → affix
      Affix → affix
    • Synoniemen voor "Affix":
      Silbe


Zweeds

Uitgebreide vertaling voor affix (Zweeds) in het Duits

Spelling Suggesties voor: affix


Wiktionary: affix

affix
noun
  1. Linguistik, Einheiten: ein grammatisches Morphem (= Wortteil), das nicht allein für sich als Lexem/Wort vorkommt, sondern nur in Kombination mit einem anderen Morphem, das den Wortstamm bildet. Das Affix kann vor, nach, in oder um den Wortstamm stehen.

Cross Translation:
FromToVia
affix Zusatzsilbe; Ableitungssilbe; Affix affix — linguistics: a bound morpheme added to a word’s stem
affix Affix toevoegsel — een gebonden morfeem dat aan een ander morfeem wordt toegevoegd om zo een nieuw woord te vormen
affix Affix affix — een gebonden morfeem dat aan een ander morfeem wordt toegevoegd om zo een nieuw woord te vormen

Computer vertaling door derden:


Duits

Uitgebreide vertaling voor affix (Duits) in het Zweeds

Spelling Suggesties voor: affix

Affix:


Synoniemen voor "Affix":


Wiktionary: Affix

Affix
noun
  1. Linguistik, Einheiten: ein grammatisches Morphem (= Wortteil), das nicht allein für sich als Lexem/Wort vorkommt, sondern nur in Kombination mit einem anderen Morphem, das den Wortstamm bildet. Das Affix kann vor, nach, in oder um den Wortstamm stehen.

Cross Translation:
FromToVia
Affix affix affix — linguistics: a bound morpheme added to a word’s stem
Affix affix toevoegsel — een gebonden morfeem dat aan een ander morfeem wordt toegevoegd om zo een nieuw woord te vormen
Affix affix affix — een gebonden morfeem dat aan een ander morfeem wordt toegevoegd om zo een nieuw woord te vormen

Computer vertaling door derden: