Overzicht
Zweeds naar Duits:   Meer gegevens...
  1. avkrok:
  2. Wiktionary:


Zweeds

Uitgebreide vertaling voor avkrok (Zweeds) in het Duits

avkrok:

avkrok [-en] zelfstandig naamwoord

  1. avkrok (skrymsle; smyg; vrå; krypin)
    die Ecke; Eckchen
    • Ecke [die ~] zelfstandig naamwoord
    • Eckchen [das ~] zelfstandig naamwoord

Vertaal Matrix voor avkrok:

Zelfstandig NaamwoordVerwante vertalingenAndere vertalingen
Eckchen avkrok; krypin; skrymsle; smyg; vrå fälj; kant; rand
Ecke avkrok; krypin; skrymsle; smyg; vrå gömställe; hake; hörn; kant; krok; vrå

Wiktionary: avkrok

avkrok
noun
  1. (umgangssprachlich) kleines Dorf
  2. umgangssprachlich, abwertend: kleine, abgelegene, unbedeutende Ortschaft

Computer vertaling door derden: