Zweeds
Uitgebreide vertaling voor börja strida (Zweeds) in het Duits
börja strida: (*Woord en zin splitter gebruikt)
- börja: anfangen; einsetzen; beginnen; aufnehmen; anheben; starten; Anfangen; Einsetzen; Anheben; Anstimmen; Angehen; einschalten; abheben; antreten; anfangen zu arbeiten
- strida: angreifen; anfechten; kämpfen; Auseinandersetzung; Streit; streiten; Differenz; Konflikt; Streitigkeit; Zwietracht; Wortwechsel; Streitgespräch; Twist; Meinungsverschiedenheit; Uneinigkeit; sich prügeln
Wiktionary: börja strida
börja strida
verb
-
als erster mit Kampfhandlungen beginnen, angreifen