Overzicht
Zweeds naar Duits:   Meer gegevens...
  1. boxer:
    • Wiktionary:
      boxer → Boxer
Duits naar Zweeds:   Meer gegevens...
  1. Boxer:
  2. Wiktionary:


Duits

Uitgebreide vertaling voor boxer (Duits) in het Zweeds

Boxer:

Boxer [der ~] zelfstandig naamwoord

  1. der Boxer (Faustkämpfer)
    boxare
    • boxare zelfstandig naamwoord

Vertaal Matrix voor Boxer:

Zelfstandig NaamwoordVerwante vertalingenAndere vertalingen
boxare Boxer; Faustkämpfer

Synoniemen voor "Boxer":


Wiktionary: Boxer

Boxer
noun
  1. von der FCI anerkannte deutsche Hunderasse
  2. jemand, der die Sportart Boxen ausübt