Overzicht
Zweeds naar Duits:   Meer gegevens...
  1. frank:
  2. Wiktionary:
Duits naar Zweeds:   Meer gegevens...
  1. Frank:
  2. Wiktionary:


Zweeds

Uitgebreide vertaling voor frank (Zweeds) in het Duits

frank:

frank bijvoeglijk naamwoord

  1. frank (rättfram; rakt; rak; )
    geradeheraus

Vertaal Matrix voor frank:

BijwoordVerwante vertalingenAndere vertalingen
geradeheraus frank; frankt; rak; rakt; rättfram; rättframt; öppet eftertänksam; eftertänksamt; frimodig; frimodigt; frispråkig; frispråkigt; genuin; klar; klart; kontemplativt; rak; rakt; rakt fram; rent ut; rättfram; tydligt; uppriktig; uppriktigt; ärlig; ärligt; öppen; öppenhjärtigt; öppet

Synoniemen voor "frank":


Wiktionary: frank

frank

Computer vertaling door derden:


Duits

Uitgebreide vertaling voor frank (Duits) in het Zweeds

Frank:

Frank [der ~] zelfstandig naamwoord

  1. der Frank (Franc)
    franc
    • franc [-en] zelfstandig naamwoord

Vertaal Matrix voor Frank:

Zelfstandig NaamwoordVerwante vertalingenAndere vertalingen
franc Franc; Frank

Wiktionary: Frank


Cross Translation:
FromToVia
Frank Frank Frank — male given name


Wiktionary: frank

frank
adjective
  1. frei, ungebunden, offen

Computer vertaling door derden: