Overzicht
Zweeds naar Duits:   Meer gegevens...
  1. kondom:
  2. Wiktionary:
Duits naar Zweeds:   Meer gegevens...
  1. Kondom:
  2. Wiktionary:


Zweeds

Uitgebreide vertaling voor kondom (Zweeds) in het Duits

kondom:

kondom [-en] zelfstandig naamwoord

  1. kondom (gummi)
    Kondom; der Pariser; der Präservativ

Vertaal Matrix voor kondom:

Zelfstandig NaamwoordVerwante vertalingenAndere vertalingen
Kondom gummi; kondom
Pariser gummi; kondom
Präservativ gummi; kondom preventiv; preventivmedel; skyddsmedel

Synoniemen voor "kondom":


Wiktionary: kondom

kondom
noun
  1. (umgangssprachlich) Kondom
  2. eine meist aus Latex bestehende Hülle, die vor dem Geschlechtsverkehr über das männliche Glied gestreift wird, um vor Schwangerschaften und sexuell übertragbaren Krankheiten zu schützen

Cross Translation:
FromToVia
kondom Kondom; Präservativ; Ficktüte; Puderdose; Fuffz´cher; Gummi; Pariser; Präser condom — flexible sleeve worn on the penis
kondom Kondom; Präservativ préservatif — désuet|fr objet destiné à protéger de quelque chose ou quelqu'un.



Duits

Uitgebreide vertaling voor kondom (Duits) in het Zweeds

Kondom:

Kondom [das ~] zelfstandig naamwoord

  1. Kondom (Pariser; Präservativ)
    gummi; kondom
    • gummi [-ett] zelfstandig naamwoord
    • kondom [-en] zelfstandig naamwoord

Vertaal Matrix voor Kondom:

Zelfstandig NaamwoordVerwante vertalingenAndere vertalingen
gummi Kondom; Pariser; Präservativ Gummi; Kautschuk
kondom Kondom; Pariser; Präservativ

Synoniemen voor "Kondom":


Wiktionary: Kondom

Kondom
noun
  1. eine meist aus Latex bestehende Hülle, die vor dem Geschlechtsverkehr über das männliche Glied gestreift wird, um vor Schwangerschaften und sexuell übertragbaren Krankheiten zu schützen

Cross Translation:
FromToVia
Kondom kondom condom — flexible sleeve worn on the penis
Kondom preventivmedel; kondom préservatif — désuet|fr objet destiné à protéger de quelque chose ou quelqu'un.