Overzicht
Zweeds naar Duits:   Meer gegevens...
  1. lock:
  2. Wiktionary:


Zweeds

Uitgebreide vertaling voor lock (Zweeds) in het Duits

lock:

lock [-ett] zelfstandig naamwoord

  1. lock
    der Deckel; Augenlid
    • Deckel [der ~] zelfstandig naamwoord
    • Augenlid [das ~] zelfstandig naamwoord
  2. lock
    der Schnörkel
  3. lock
    die Deckel
    • Deckel [die ~] zelfstandig naamwoord
  4. lock (hårlock)
    die Strähne; die Haarsträhne
  5. lock (hårlock)
    die Haarlocke; die Locke; Löckchen
    • Haarlocke [die ~] zelfstandig naamwoord
    • Locke [die ~] zelfstandig naamwoord
    • Löckchen [das ~] zelfstandig naamwoord

Vertaal Matrix voor lock:

Zelfstandig NaamwoordVerwante vertalingenAndere vertalingen
Augenlid lock ögonlock
Deckel lock applåd; kapsyl; skal
Haarlocke hårlock; lock hårlock
Haarsträhne hårlock; lock flätad hår
Locke hårlock; lock hårlock
Löckchen hårlock; lock
Schnörkel lock hårlock; penndrag; streck; stålande dekoration; överdådiga dekorationer
Strähne hårlock; lock hårknut; knut

Synoniemen voor "lock":

  • toppförslutning

Wiktionary: lock

lock
noun
  1. gekräuseltes Haar
  2. technische Vorrichtung zur Abdeckung oder zum Verschluss von etwas
  3. Vorrichtung zum Abdecken oder Verschließen

Cross Translation:
FromToVia
lock Abdeckung; Deckel cover — lid
lock Locke curl — piece or lock of curling hair; a ringlet
lock Deckel lid — top or cover
lock Locke lock — length of hair
lock Deckel; Kappe top — lid, cap, cover
lock Locke lok — haarlok, pluk haar
lock Deckel couverclepièce fixer ou non à un récipient et qui s’adapter à son ouverture pour le fermer plus ou moins hermétiquement.

Computer vertaling door derden:

Verwante vertalingen van lock