Overzicht
Zweeds naar Duits:   Meer gegevens...
  1. mätning:
  2. Wiktionary:


Zweeds

Uitgebreide vertaling voor mätning (Zweeds) in het Duits

mätning:

mätning [-en] zelfstandig naamwoord

  1. mätning (måttagning; uppmätning)
    Abmessen
    • Abmessen [das ~] zelfstandig naamwoord

Vertaal Matrix voor mätning:

Zelfstandig NaamwoordVerwante vertalingenAndere vertalingen
Abmessen mätning; måttagning; uppmätning

Wiktionary: mätning

mätning
noun
  1. Technik: Bestimmung einer physikalischen Größe, das Abmessen, die Maß von etwas nehmen

Cross Translation:
FromToVia
mätning Messung measure — act of measuring
mätning Messung measurement — act of measuring

Computer vertaling door derden: