Overzicht
Zweeds naar Duits:   Meer gegevens...
  1. matris:
  2. Matris:
  3. Wiktionary:


Zweeds

Uitgebreide vertaling voor matris (Zweeds) in het Duits

matris:

matris

  1. matris
  2. matris
    die Matrix
    • Matrix [die ~] zelfstandig naamwoord

Vertaal Matrix voor matris:

Zelfstandig NaamwoordVerwante vertalingenAndere vertalingen
Matrix matris gjutform; matrix
Not SpecifiedVerwante vertalingenAndere vertalingen
Array matris
Matrix Matris

Wiktionary: matris

matris
noun
  1. eine Hohlform, die die Form eines Gussteils vorgibt
  2. Informatik: ein n-dimensionales Feld
  3. analytisch Chemie: die Summe der Hauptbestandteile eines Stoffes (Plural: Matrices)
  4. Mathematik, Plural 1: eine zweidimensionale Anordnung von Zahlenwerten
  5. ein Muster aus Punkten, welche in Zeilen und Spalten angeordnet sind

Cross Translation:
FromToVia
matris Matrix matrix — In mathematics
matris Matrix matrix — Two-dimensional array
matris Matrix matrice — Objet mathématique.

Matris:

Matris

  1. Matris

Vertaal Matrix voor Matris:

Zelfstandig NaamwoordVerwante vertalingenAndere vertalingen
Matrix gjutform; matris; matrix
Not SpecifiedVerwante vertalingenAndere vertalingen
Matrix Matris

Computer vertaling door derden:

Verwante vertalingen van matris