Overzicht
Zweeds naar Duits:   Meer gegevens...
  1. skåp:
  2. Wiktionary:


Zweeds

Uitgebreide vertaling voor skåp (Zweeds) in het Duits

skåp:

skåp [-ett] zelfstandig naamwoord

  1. skåp
    der Schrank; Kästchen; Schränkchen; die Kisten; Kistchen; der Schrein
  2. skåp (garderober)
    der Schränke; Schränkchen; Schreine
  3. skåp (låda; förvaringsfack)
    der Tresor
    • Tresor [der ~] zelfstandig naamwoord

Vertaal Matrix voor skåp:

Zelfstandig NaamwoordVerwante vertalingenAndere vertalingen
Kistchen skåp
Kisten skåp
Kästchen skåp ask; bit; bur; herrkostym; liten låda; packkorg; skiva; skrin; spjällåda
Schrank skåp badrumsskåp
Schrein skåp skrin
Schreine garderober; skåp helgedommar
Schränkchen garderober; skåp
Schränke garderober; skåp
Tresor förvaringsfack; låda; skåp förvaringsfack; kassa för bankfack; kassaskåp; valv

Synoniemen voor "skåp":


Wiktionary: skåp

skåp
noun
  1. geschlossenes Möbelstück, meistens mit Türen und zusätzlich optional auch Schubladen
  2. Schrank (österreichisch, süddeutsch)

Cross Translation:
FromToVia
skåp Schrank armoire — meubles|fr meuble haut fermer par une ou deux portes et destiné au rangement du linge, des vêtements ou d’autres objets.

Computer vertaling door derden:

Verwante vertalingen van skåp