Overzicht
Zweeds naar Duits:   Meer gegevens...
  1. talare:
  2. Wiktionary:
Duits naar Zweeds:   Meer gegevens...
  1. Talare:


Zweeds

Uitgebreide vertaling voor talare (Zweeds) in het Duits

talare:

talare [-en] zelfstandig naamwoord

  1. talare (talande)
    der Sprecher; der Ansager
    • Sprecher [der ~] zelfstandig naamwoord
    • Ansager [der ~] zelfstandig naamwoord
  2. talare
    der Referent; der Importeur; der Einführer
  3. talare (föredragshållare)
    der Sprecher; der Lektor; der Redner
    • Sprecher [der ~] zelfstandig naamwoord
    • Lektor [der ~] zelfstandig naamwoord
    • Redner [der ~] zelfstandig naamwoord

Vertaal Matrix voor talare:

Zelfstandig NaamwoordVerwante vertalingenAndere vertalingen
Ansager talande; talare hallåa; hallåman; programannonsörer; tillkännagivare; underhållande; underhållare
Einführer talare
Importeur talare importeur
Lektor föredragshållare; talare
Redner föredragshållare; talare talesman
Referent talare presentatör
Sprecher föredragshållare; talande; talare hallåa; hallåman; högtalare; programannonsörer; talesman

Wiktionary: talare

talare
noun
  1. Person, die spricht

Cross Translation:
FromToVia
talare Sprecher speaker — one who speaks

Computer vertaling door derden:

Verwante vertalingen van talare



Duits

Uitgebreide vertaling voor talare (Duits) in het Zweeds

Talare:

Talare [der ~] zelfstandig naamwoord

  1. der Talare
    togor
    • togor zelfstandig naamwoord

Vertaal Matrix voor Talare:

Zelfstandig NaamwoordVerwante vertalingenAndere vertalingen
togor Talare

Computer vertaling door derden: