Home ->Woordenboeken ->Zweeds/Duits ->Zoek: trötthet

Zweedse en Duitse zoekresultaten voor: trötthet

Overzicht
Zweeds naar Duits:   Meer gegevens...
  1. trötthet:
  2. Wiktionary:

Zweeds

Uitgebreide vertaling voor trötthet (Zweeds) in het Duits

trötthet:

trötthet [-en] zelfstandig naamwoord

  1. trötthet (utmattning)
    die Ermüdung; die Erschöpfung; die Erschlaffung; die Ermattung

Vertaal Matrix voor trötthet:

Zelfstandig NaamwoordVerwante vertalingenAndere vertalingen
Ermattung trötthet; utmattning försvagning; slaknande; slappnande
Ermüdung trötthet; utmattning
Erschlaffung trötthet; utmattning fragilitet; försvagning; slaknande; slappnande; svaghet
Erschöpfung trötthet; utmattning fragilitet; försvagning; slaknande; slappnande; svaghet

Synoniemen voor "trötthet":


Wiktionary: trötthet

trötthet
noun
  1. Zustand des Schlafmangels oder des Unausgeruhtseins
Cross Translation:
FromToVia
• trötthet → Müdigkeit ↔ tiredness — state of being tired
• trötthet → Müdigkeit ↔ lassitude — sensation de fatigue causer par une mauvaise disposition de santé.







Uw gratis, snelle en simpele vertaal woordenboek

Copyright © 2000-2024 Interglot ®

Pagina gepresenteerd in 0.0183 seconde
Page rendered in 1.0 seconds