Home ->Woordenboeken ->Zweeds/Engels ->Zoek: stillhet

Zweedse en Engelse zoekresultaten voor: stillhet

Overzicht

Zweeds naar Engels: Meer gegevens...

stillhet:
- silence; quiet; tranquillity; calmness; quietness; tranquility
Wiktionary:
- stillhet → calm, quietness, serenity, still
- stillhet → quiet, calm, tranquility, serenity

Zweeds

Uitgebreide vertaling voor stillhet (Zweeds) in het Engels

stillhet:

stillhet [-en] zelfstandig naamwoord

stillhet (tystnad; ro)
the silence; the quiet
- silence [the ~] zelfstandig naamwoord
- quiet [the ~] zelfstandig naamwoord
stillhet (tystnad)
the tranquillity; the calmness; the quietness; the tranquility
- tranquillity [the ~] zelfstandig naamwoord, Brits
- calmness [the ~] zelfstandig naamwoord
- quietness [the ~] zelfstandig naamwoord
- tranquility [the ~] zelfstandig naamwoord, Amerikaans

Vertaal Matrix voor stillhet:

Zelfstandig Naamwoord	Verwante vertalingen	Andere vertalingen
calmness	stillhet; tystnad	lungnhet
quiet	ro; stillhet; tystnad	fridsam; tystnad
quietness	stillhet; tystnad	blygsamhet; tamhet
silence	ro; stillhet; tystnad	fridsam; tystnad
tranquility	stillhet; tystnad
tranquillity	stillhet; tystnad
Werkwoord	Verwante vertalingen	Andere vertalingen
quiet		tillfredsställa
silence		tillfredsställa; tysta
Over	Verwante vertalingen	Andere vertalingen
calmness		trankilitet
quiet		stillsam; stillsamt
quietness		tysthet
silence		tigande; tysthet
tranquility		trankilitet
tranquillity		trankilitet
Bijwoord	Verwante vertalingen	Andere vertalingen
quiet		fridfull; fridfullt; fridsam; fridsamt; lugnt; rofyllt; seren; serent; stilla; stillsamt

Synoniemen voor "stillhet":

orörlighet; frid; lugn

Wiktionary: stillhet

stillhet

noun

the state with absence of noise and disturbance
- calm → lugn; stillhet; ro
absence of disturbance
- quietness → stillhet; ro; lugn
state
- serenity → lugn; stillhet; ro; frid
a period of calm or silence
- still → tystnad; vindstilla; bleke; stillestånd; stillhet

Cross Translation:

From	To	Via
• stillhet	→ quiet; calm; tranquility	↔ Ruhe — die Abwesenheit von Ablenkung, Störung, Geräusch und Bewegung; fast völlige Stille und Bewegungslosigkeit
• stillhet	→ serenity	↔ sérénité — État du temps, de l’air qui est serein.