Overzicht
Zweeds naar Engels:   Meer gegevens...
  1. animositet:
  2. Wiktionary:


Zweeds

Uitgebreide vertaling voor animositet (Zweeds) in het Engels

animositet:

animositet [-en] zelfstandig naamwoord

  1. animositet (fejd; ovänskap; fiendskap)
    the animosity; the enmity; the feud
    • animosity [the ~] zelfstandig naamwoord
    • enmity [the ~] zelfstandig naamwoord
    • feud [the ~] zelfstandig naamwoord
  2. animositet (fejd; osämja; fiendskap)
    the feud; the animosity; the enmity; the rancour; the rancor
    • feud [the ~] zelfstandig naamwoord
    • animosity [the ~] zelfstandig naamwoord
    • enmity [the ~] zelfstandig naamwoord
    • rancour [the ~] zelfstandig naamwoord, Brits
    • rancor [the ~] zelfstandig naamwoord, Amerikaans

Vertaal Matrix voor animositet:

Zelfstandig NaamwoordVerwante vertalingenAndere vertalingen
animosity animositet; fejd; fiendskap; osämja; ovänskap fientlighet
enmity animositet; fejd; fiendskap; osämja; ovänskap fiendskap; fientlighet; hat; religiöst fiendeskap; religiöst hat
feud animositet; fejd; fiendskap; osämja; ovänskap
rancor animositet; fejd; fiendskap; osämja agg; avund; groll; hämndlystenhet; missunsamhet; ovilja
rancour animositet; fejd; fiendskap; osämja agg; avund; groll; hämndlystenhet; missunsamhet; ovilja
WerkwoordVerwante vertalingenAndere vertalingen
rancor hysa agg till någon; klandra någon
rancour hysa agg till någon; klandra någon
OverVerwante vertalingenAndere vertalingen
rancor hätskhet
rancour hätskhet

Wiktionary: animositet


Cross Translation:
FromToVia
animositet animosity Animosität — feindselige Einstellung einer Person gegen jemanden oder etwas