Home ->Woordenboeken ->Zweeds/Engels ->Vertaal besittning

Vertaal besittning van Zweeds naar Engels

Overzicht

Zweeds naar Engels: Meer gegevens...

besittning:
- possession; belonging; soil; domain; territory; dominion; terrain
Wiktionary:
- besittning → possession, ownership, property

Zweeds

Uitgebreide vertaling voor besittning (Zweeds) in het Engels

besittning:

besittning [-en] zelfstandig naamwoord

besittning (egendom)
the possession; the belonging
- possession [the ~] zelfstandig naamwoord
- belonging [the ~] zelfstandig naamwoord
besittning (välde; område; rike)
the soil; the domain; the territory; the dominion; the terrain
- soil [the ~] zelfstandig naamwoord
- domain [the ~] zelfstandig naamwoord
- territory [the ~] zelfstandig naamwoord
- dominion [the ~] zelfstandig naamwoord
- terrain [the ~] zelfstandig naamwoord

Vertaal Matrix voor besittning:

Zelfstandig Naamwoord	Verwante vertalingen	Andere vertalingen
belonging	besittning; egendom
domain	besittning; område; rike; välde	TLD; distrikt; domän; huvudsaken; nejd; område; region; toppnivådomän; trakt; zon
dominion	besittning; område; rike; välde	distrikt; herravälde; makt; myndighet; nejd; område; region; trakt; zon; övervälde
possession	besittning; egendom	egendommar; tillgångar
soil	besittning; område; rike; välde	grund; kompost; mull; trädgårdskompost
terrain	besittning; område; rike; välde
territory	besittning; område; rike; välde	area; distrikt; grannskap; hemvist; naturlig miljö; nejd; område; region; revir; territorium; trakt; växtställe; zon
Werkwoord	Verwante vertalingen	Andere vertalingen
soil		besudla; förorena; göra lortigt; smeta ner; smutsa; smutsa ned; solka
Over	Verwante vertalingen	Andere vertalingen
domain		domän; gebit
dominion		herradöme
possession		besatthet; besittningsrätt; innehav; ägodel; åtkomst
soil		jordmån; solk
terrain		terräng
territory		landområde
Bijwoord	Verwante vertalingen	Andere vertalingen
belonging		hemmahörig; hemmahörigt

Synoniemen voor "besittning":

innehav

Wiktionary: besittning

Cross Translation:

From	To	Via
• besittning	→ possession	↔ Besitz — (umgangssprachlich) Eigentum
• besittning	→ ownership; property	↔ Besitz — Recht: tatsächliche Sachherrschaft
• besittning	→ possession	↔ Besitz — (umgangssprachlich) das gesamte Eigentum einer Person

Verwante vertalingen van besittning