Overzicht
Zweeds naar Engels:   Meer gegevens...
  1. boja:
  2. Wiktionary:


Zweeds

Uitgebreide vertaling voor boja (Zweeds) in het Engels

boja:


Vertaal Matrix voor boja:

Zelfstandig NaamwoordVerwante vertalingenAndere vertalingen
fetter handbojor; handklovar; kedja
shackle fotkedja; kedja
WerkwoordVerwante vertalingenAndere vertalingen
fetter handboja; kedja fast
shackle handboja; kedja; kedja fast
OverVerwante vertalingenAndere vertalingen
fetter boja fotboja
shackle boja fotboja; klavbinda

Synoniemen voor "boja":


Wiktionary: boja

boja
noun
  1. a restraint fit over an appendage

Cross Translation:
FromToVia
boja tie Fesselim übertragenen Sinn: etwas, das die Freiheit oder Bewegungsfreiheit einschränkt
boja chain; fetter; shackle; manacle; trammel Fessel — meist bandförmiges Mittel zum Verschnüren und Festbinden von Personen

Verwante vertalingen van boja