Overzicht
Zweeds naar Engels:   Meer gegevens...
  1. box:
  2. Wiktionary:


Zweeds

Uitgebreide vertaling voor box (Zweeds) in het Engels

box:

box [-en] zelfstandig naamwoord

  1. box (spjällåda; låda)
    the crate; the case
    • crate [the ~] zelfstandig naamwoord
    • case [the ~] zelfstandig naamwoord
    the box
    – a (usually rectangular) container; may have a lid 1
    • box [the ~] zelfstandig naamwoord
      • he rummaged through a box of spare parts1

Vertaal Matrix voor box:

Zelfstandig NaamwoordVerwante vertalingenAndere vertalingen
box box; låda; spjällåda ask; bur; burk; dosa; förvaringslåda; kanna; kartong; lagringsburk; låda; packkorg; skåp; spjällåda; teveskärm
case box; låda; spjällåda affär; angelägenhet; bur; fall; fråga; jobb; låda; mål; packkorg; penfodral; problem; process; resultat; rättegång; rörformig behållare; sak; spjällåda; uppdrag; utgang; ämne; ärende
crate box; låda; spjällåda bur; packkorg; spjällåda
WerkwoordVerwante vertalingenAndere vertalingen
box boxa; inrama; rama in
crate packa
OverVerwante vertalingenAndere vertalingen
box boxas; hurril; hurring
case etui; fodral; rättssak; stillåda; väska

Synoniemen voor "box":


Wiktionary: box

box
noun
  1. piece of luggage that can be used to transport an apparatus
  2. engineering: cylindrical casing
  3. compartment to sit in
  4. cuboid container

Verwante vertalingen van box