Overzicht
Zweeds naar Engels:   Meer gegevens...
  1. fridag:


Zweeds

Uitgebreide vertaling voor fridag (Zweeds) in het Engels

fridag:

fridag zelfstandig naamwoord

  1. fridag (ledig dag)
    the regular day off
    the day off
    – a day when you are not required to work 1
    • day off [the ~] zelfstandig naamwoord
      • Thursday is his day off1

fridag

  1. fridag
    day off
    – a day when you are not required to work 1

Vertaal Matrix voor fridag:

Zelfstandig NaamwoordVerwante vertalingenAndere vertalingen
day off fridag; ledig dag ledig dag; lov; semesterdag; skolledighet; skollov; studiedag; vilodag
holiday semester; vilodag
regular day off fridag; ledig dag semesterdag
OverVerwante vertalingenAndere vertalingen
day off fridag dagledighhet
holiday fridag lovdag

Synoniemen voor "fridag":