Overzicht
Zweeds naar Engels:   Meer gegevens...
  1. hals:
  2. Wiktionary:


Zweeds

Uitgebreide vertaling voor hals (Zweeds) in het Engels

hals:

hals [-en] zelfstandig naamwoord

  1. hals (strupe; halsven; halsblodåder)
    the jugular vein; the jugular artery; the jugular

Vertaal Matrix voor hals:

Zelfstandig NaamwoordVerwante vertalingenAndere vertalingen
jugular hals; halsblodåder; halsven; strupe halspulsåder
jugular artery hals; halsblodåder; halsven; strupe halspulsåder
jugular vein hals; halsblodåder; halsven; strupe halspulsåder

Synoniemen voor "hals":


Wiktionary: hals

hals
noun
  1. the tapered part of a bottle toward the opening
  2. the part of body connecting the head and the trunk found in humans and some animals
  3. front part of the neck
  4. gullet or windpipe
  5. narrow opening in a vessel

Cross Translation:
FromToVia
hals neck HalsAnatomie: Körperteil, Verbindung von Kopf und Rumpf
hals neck; throat Hals — gegenüber anderen Bestandteilen oder Bereichen eines Objekts dünnerer Teil
hals neck cou — anatomie|fr partie du corps qui joindre la tête aux épaules.

Verwante vertalingen van hals