Klibbig in het Engels vertaald uit het Zweeds

Overzicht

Zweeds naar Engels: Meer gegevens...

klibbig:
- glutinous; gluey; rubbery; sticky; tacky; viscous; gummy; gum-like
Wiktionary:
- klibbig → tenacious
- klibbig → gluey, sticky, adhesive, adherent, agglutinative, clingy

Zweeds

Uitgebreide vertaling voor klibbig (Zweeds) in het Engels

klibbig (segt; limaktigt; limaktig; klibbigt)
glutinous; gluey
- glutinous bijvoeglijk naamwoord
- gluey bijvoeglijk naamwoord
klibbig (klibbigt; gummiaktigt)
rubbery; gluey; sticky; tacky; viscous; gummy; glutinous; gum-like
- rubbery bijvoeglijk naamwoord
- gluey bijvoeglijk naamwoord
- sticky bijvoeglijk naamwoord
- tacky bijvoeglijk naamwoord
- viscous bijvoeglijk naamwoord
- gummy bijvoeglijk naamwoord
- glutinous bijvoeglijk naamwoord
- gum-like bijvoeglijk naamwoord

Bijvoeglijk Naamwoord	Verwante vertalingen	Andere vertalingen
gluey	gummiaktigt; klibbig; klibbigt; limaktig; limaktigt; segt
glutinous	gummiaktigt; klibbig; klibbigt; limaktig; limaktigt; segt
gum-like	gummiaktigt; klibbig; klibbigt	gummi-; gummiaktigt; gummiliknande
gummy	gummiaktigt; klibbig; klibbigt	gummi-; gummiaktigt; gummiliknande
rubbery	gummiaktigt; klibbig; klibbigt
sticky	gummiaktigt; klibbig; klibbigt	kladdig; kladdigt; klibbigt; seg; segt; självhäftande
tacky	gummiaktigt; klibbig; klibbigt	envist; motspänstig; motspänstigt; motsträvigt; obstinat; oregerligt; trotsig; trotsigt; uppstudsig; uppstudsigt
viscous	gummiaktigt; klibbig; klibbigt	envist; motspänstig; motspänstigt; motsträvigt; obstinat; oregerligt; simmig; simmigt; sirapsartad; sirapsartat; trotsig; trotsigt; uppstudsig; uppstudsigt
Over	Verwante vertalingen	Andere vertalingen
sticky		geggig; klabbig; klistrig
viscous		trögflytande; viskös; visköst

klibbig

adjective

clinging to an object or surface; adhesive
- tenacious → fasthållande; fasthängande; klibbig; seg; fast

Cross Translation:

From	To	Via
• klibbig	→ gluey; sticky	↔ klebrig — sich wie Klebstoff verhaltend
• klibbig	→ adhesive; adherent	↔ adhésif — Qui adhérer.
• klibbig	→ agglutinative	↔ agglutinant — Qui agglutiner.
• klibbig	→ sticky; clingy	↔ collant — Qui colle