Home ->Woordenboeken ->Zweeds/Engels ->Vertaal mager

Vertaal mager van Zweeds naar Engels

Overzicht

Zweeds naar Engels: Meer gegevens...

mager:
- thin; skinny; meagre; puny; meager; scraggy; low-fat
Wiktionary:
- mager → meager, lean, scrawny, skinny, thin
- mager → skinny, lean, scraggy, gaunt, haggard, rawboned, scrawny, paltry, stinted, meagre, meager, barren, poor, wretched, pitiful

Zweeds

Uitgebreide vertaling voor mager (Zweeds) in het Engels

mager:

mager bijvoeglijk naamwoord

mager (tunt; magert; utmärglat; skinntorrt; utmärglad)
thin; skinny; meagre; puny; meager
- thin bijvoeglijk naamwoord
- skinny bijvoeglijk naamwoord
- meagre bijvoeglijk naamwoord, Brits
- puny bijvoeglijk naamwoord
- meager bijvoeglijk naamwoord, Amerikaans
mager (bara skinn och ben; benigt; magert)
skinny; scraggy
- skinny bijvoeglijk naamwoord
- scraggy bijvoeglijk naamwoord
mager (magert)
low-fat
- low-fat bijvoeglijk naamwoord

Vertaal Matrix voor mager:

Werkwoord	Verwante vertalingen	Andere vertalingen
thin		decimera; minska i antal; tunna ut
Bijvoeglijk Naamwoord	Verwante vertalingen	Andere vertalingen
meager	mager; magert; skinntorrt; tunt; utmärglad; utmärglat	eländigt; futtigt; lumpet; tarvlig; tarvligt; usel; uselt; ynklig; ynkligt
meagre	mager; magert; skinntorrt; tunt; utmärglad; utmärglat	eländigt; futtigt; lumpet; tarvlig; tarvligt; usel; uselt; ynklig; ynkligt
puny	mager; magert; skinntorrt; tunt; utmärglad; utmärglat
scraggy	bara skinn och ben; benigt; mager; magert
skinny	bara skinn och ben; benigt; mager; magert; skinntorrt; tunt; utmärglad; utmärglat	benig; benigt; knokig; knokigt; magert; smal; smalt
Over	Verwante vertalingen	Andere vertalingen
meager		nödtorftig
meagre		nödtorftig
thin		tanig; tanigt; tunna
Bijwoord	Verwante vertalingen	Andere vertalingen
low-fat	mager; magert
thin	mager; magert; skinntorrt; tunt; utmärglad; utmärglat	fattigt; knapert; liten; litet; smalt

Synoniemen voor "mager":

klen; slank; tärd; skral; spenslig; benig; nödtorftig; utmärglad; smal; nätt; krank; ofruktbar; tunn; undernärd; spinkig; tanig; förtorkad

Wiktionary: mager

mager

adjective

lean
- meager → mager
of meat, having little fat
- lean → mager
being slim and muscular
- lean → mager; smal
Thin, malnourished and weak
- scrawny → mager; tanig
thin
- skinny → mager
-
- thin → mager; slank; smal; tunn

Cross Translation:

From	To	Via
• mager	→ skinny; lean	↔ dürr — dünn, mager
• mager	→ scraggy; gaunt; lean; haggard; rawboned; scrawny	↔ hager — heute nur noch zur Beschreibung des menschlichen Körpers oder einzelner Körperteile, früher auch bei Tieren: dürr, mager, sehnig, knochig (und häufig groß gewachsen)
• mager	→ paltry; stinted	↔ karg — bezüglich Bezahlung, Nahrung, Zeit, und so weiter knapp, gering bemessen
• mager	→ meagre; meager	↔ karg — Landwirtschaft: ertragsarm
• mager	→ barren	↔ mager — arm an Fett
• mager	→ lean; skinny	↔ mager — dünn, dürr
• mager	→ poor; meager; wretched; pitiful	↔ pauvre — Qui dénote la pauvreté.

Verwante vertalingen van mager

mager mjölk