Overzicht
Zweeds naar Spaans:   Meer gegevens...
  1. ond:
  2. Wiktionary:


Zweeds

Uitgebreide vertaling voor ond (Zweeds) in het Spaans

ond:

ond bijvoeglijk naamwoord

  1. ond (förargad; rasande; upprörd)
    enfadado; ofendido

Vertaal Matrix voor ond:

Zelfstandig NaamwoordVerwante vertalingenAndere vertalingen
ofendido stött
OverVerwante vertalingenAndere vertalingen
maligno elak 7; ond; skadlig
BijwoordVerwante vertalingenAndere vertalingen
enfadado förargad; ond; rasande; upprörd argt; elak; elakt; falsk; falskt; förbannat; giftigt; gnällig; gnälligt; ilsken; ilsket; irriterad; irriterat; jätte arg; jätte argt; kinkigt; knarrigt; lågt; med onda avsikter; missnöj7; missnöjd; retligt; spydig; spydigt; stött; sur; surt; uppretad; uppretat; vresig; vresigt
maligno demonisk; demoniskt; diaboliskt; djävulskt; dum; dumt; dåligt; elak; elakt; falsk; falskt; fördärva; fördärvad; gemen; giftigt; illvillig; lågt; med onda avsikter; ondskefull; ondskefullt; otrevlig; otrevligt; rutten; ruttet; ruttna; satanisk; sataniskt; spydig; spydigt
ofendido förargad; ond; rasande; upprörd förolämpad; förolämpat; stöttat

Synoniemen voor "ond":


Wiktionary: ond


Cross Translation:
FromToVia
ond enfadado cross — angry, annoyed
ond malo; mal; malévolo; maléfico; malvado; perverso evil — intending to harm
ond mal evil — evil
ond malo bösemoralisch falsch, nicht gut; bösartig
ond enojado böse — von bösen Gefühlen, Gedanken erfüllt, verleitet, bestimmt; verärgert, wütend
ond malo; mal mauvaisdéfavorable ; qui cause une impression défavorable.