Overzicht
Zweeds naar Frans: Meer gegevens...
-
svag:
- mou; efféminé; mol; blanc; pâle; blême; blafard; exsangue; pâlot; pâlichon; un peu; quelque peu; tamisé; diffus; crépusculaire; faible; voilé; indistinct; pas clair; vague; flou; impuissant; faiblement; sans force; légèrement; fané; vaguement; flétri; décoloré; terne; livide; blémi; vulnérable; frêle; fragile; cassable; susceptible; délicat
- Wiktionary:
Zweeds
Uitgebreide vertaling voor svag (Zweeds) in het Frans
svag:
-
svag (vekt; svagt)
-
svag (blek; blekt; svagt)
-
svag (en liten bit)
-
svag (skum; svagt; skumt)
tamisé; diffus; crépusculaire; faible; voilé-
tamisé bijvoeglijk naamwoord
-
diffus bijvoeglijk naamwoord
-
crépusculaire bijvoeglijk naamwoord
-
faible bijvoeglijk naamwoord
-
voilé bijvoeglijk naamwoord
-
-
svag (oklar; svagt; oklart; obestämd; otydligt; obestämt; dimmigt; vagt)
indistinct; pas clair; vague; flou-
indistinct bijvoeglijk naamwoord
-
pas clair bijvoeglijk naamwoord
-
vague bijvoeglijk naamwoord
-
flou bijvoeglijk naamwoord
-
-
svag (maktlös; svagt; hjälplöst; maktlöst)
faible; impuissant; faiblement; sans force-
faible bijvoeglijk naamwoord
-
impuissant bijvoeglijk naamwoord
-
faiblement bijvoeglijk naamwoord
-
sans force bijvoeglijk naamwoord
-
-
svag (lite; litet)
légèrement-
légèrement bijvoeglijk naamwoord
-
-
svag (svagt; blackt; blekt; black)
pâle; fané; vaguement; blafard; flétri; décoloré; vague; terne; blême; livide; blémi-
pâle bijvoeglijk naamwoord
-
fané bijvoeglijk naamwoord
-
vaguement bijvoeglijk naamwoord
-
blafard bijvoeglijk naamwoord
-
flétri bijvoeglijk naamwoord
-
décoloré bijvoeglijk naamwoord
-
vague bijvoeglijk naamwoord
-
terne bijvoeglijk naamwoord
-
blême bijvoeglijk naamwoord
-
livide bijvoeglijk naamwoord
-
blémi bijvoeglijk naamwoord
-
-
svag (blek; svagt; blekt)
-
svag (svagt; ynklig; klent; skral; skralt; ynkligt; skröpligt)
faible; vulnérable; frêle; fragile; cassable; susceptible; délicat-
faible bijvoeglijk naamwoord
-
vulnérable bijvoeglijk naamwoord
-
frêle bijvoeglijk naamwoord
-
fragile bijvoeglijk naamwoord
-
cassable bijvoeglijk naamwoord
-
susceptible bijvoeglijk naamwoord
-
délicat bijvoeglijk naamwoord
-
Vertaal Matrix voor svag:
Synoniemen voor "svag":
Wiktionary: svag
svag
Cross Translation:
adjective
noun
Cross Translation:
From | To | Via |
---|---|---|
• svag | → fade | ↔ bland — Lacking in taste or vigor |
• svag | → l'esprit est prompt, mais la chair est faible | ↔ the spirit is willing but the flesh is weak — acheiving something is made impossible by frailty |
• svag | → faible | ↔ weak — lacking in force or ability |
• svag | → blême; pâle | ↔ fahl — nicht hell, schwach erhellt, trüb |
• svag | → blême; pâle | ↔ fahl — im übertragenen Sinne; gehoben: kaum Kraft habend, schwach, wie tot |
• svag | → faible | ↔ flau — schwach, matt |
• svag | → douce | ↔ leise — kaum wahrnehmbar |
• svag | → douce | ↔ leise — kaum hörbar |
• svag | → mou | ↔ week — slap |