Overzicht
Zweeds naar Frans:   Meer gegevens...
  1. plant:
  2. Wiktionary:
Frans naar Zweeds:   Meer gegevens...
  1. plant:
  2. planté:


Zweeds

Uitgebreide vertaling voor plant (Zweeds) in het Frans

plant:

plant bijvoeglijk naamwoord

  1. plant (plan; platt)
    bémol; mineur; en bémol

Vertaal Matrix voor plant:

Zelfstandig NaamwoordVerwante vertalingenAndere vertalingen
bémol mullvad
mineur huggare; min arbetare; minderårig; minderårig person
BijwoordVerwante vertalingenAndere vertalingen
bémol plan; plant; platt
en bémol plan; plant; platt
mineur plan; plant; platt deprimerad; deprimerat; minderårig; minderårigt; omyndig; omyndigt

Synoniemen voor "plant":


Wiktionary: plant

plant
noun
  1. Végétal



Frans

Uitgebreide vertaling voor plant (Frans) in het Zweeds

plant:

plant [le ~] zelfstandig naamwoord

  1. le plant (plantation)
    plantande; planterande
  2. le plant
    fröplanta

Vertaal Matrix voor plant:

Zelfstandig NaamwoordVerwante vertalingenAndere vertalingen
fröplanta plant semis
plantande plant; plantation
planterande plant; plantation

Synoniemen voor "plant":


planté:

planté bijvoeglijk naamwoord

  1. planté
    planterad

Vertaal Matrix voor planté:

BijwoordVerwante vertalingenAndere vertalingen
planterad planté

Synoniemen voor "planté":


Verwante vertalingen van plant