Overzicht
Zweeds naar Frans:   Meer gegevens...
  1. alarm:
  2. Wiktionary:
Frans naar Zweeds:   Meer gegevens...
  1. alarmé:


Zweeds

Uitgebreide vertaling voor alarm (Zweeds) in het Frans

alarm:

alarm [-ett] zelfstandig naamwoord

  1. alarm (larmsignal)
    l'alarme; l'appels au secours; l'alerte

Vertaal Matrix voor alarm:

Zelfstandig NaamwoordVerwante vertalingenAndere vertalingen
alarme alarm; larmsignal larm; nödrop
alerte alarm; larmsignal avisering; nödrop
appels au secours alarm; larmsignal nödrop
BijwoordVerwante vertalingenAndere vertalingen
alerte energiskt; glad; glatt; het; hett; kvickt; levnadsglatt; livaktig; livaktigt; livfull; livfullt; livlig; livligt; modern; modernt; mycket upptaget med; smart; snabb; snabbt; upphetsatt; upptagen; upptaget; vaken; vaket; vitalt

Synoniemen voor "alarm":


Wiktionary: alarm

alarm
noun
  1. signal pour faire courir aux armes ou pour appeler au secours.

Cross Translation:
FromToVia
alarm système d’alarme AlarmanlageGerät, das bei Auslösung, ein Alarmsignal von sich gibt (normalerweise verwenden, um einen Einbruch zu melden)
alarm alarme AlarmMilitär, Polizei, Feuerwehr: zur Frühwarnung oder bei Eintritt eines Schadensereignisses erfolgender Ruf zur Bereitschaft oder zur Warnung vor Gefahr

Verwante vertalingen van alarm



Frans

Uitgebreide vertaling voor alarm (Frans) in het Zweeds

alarmé:

alarmé bijvoeglijk naamwoord

  1. alarmé (désespéré)
    upprörd; upprört
  2. alarmé (inquiet)
    rädd; misstänksam; misstänksamt; ängsligt

Vertaal Matrix voor alarmé:

BijwoordVerwante vertalingenAndere vertalingen
misstänksam alarmé; inquiet avec méfiance; défiant; méfiant; soupçonneuse; soupçonneux
misstänksamt alarmé; inquiet avec méfiance; défiant; méfiant; soupçonneuse; soupçonneux
rädd alarmé; inquiet anxieux; apeuré; craintif; craintivement; inquiet; peureusement; peureux; soucieux; timoré
upprörd alarmé; désespéré acariâtre; ahuri; avec dépit; avec hargne; bouleversé; consterné; courroucé; d'un air mécontent; d'une humeur massacrante; déconcerté; effaré; en colère; enragé; grincheuse; grincheusement; grincheux; hargneuse; hargneusement; hargneux; indigné; outré; ébahi; éberlué
upprört alarmé; désespéré ahuri; avec rage; bouleversé; consterné; déchaîné; déchaînée; déconcerté; en colère; enragé; enragée; exaspéré; exaspérée; excité; furibond; furieuse; furieusement; furieux; pourchassé; rageur; ébahi; éberlué; énervé
ängsligt alarmé; inquiet craintif; craintivement; effaré; inquiet; nerveusement; nerveux; peiné; pessimiste; peureusement; peureux; soucieux; timide; timidement; timoré; torturé; tourmenté

Synoniemen voor "alarmé":