Overzicht
Zweeds naar Frans:   Meer gegevens...
  1. spel:
  2. Spel:
  3. Wiktionary:


Zweeds

Uitgebreide vertaling voor spel (Zweeds) in het Frans

spel:

spel [-ett] zelfstandig naamwoord

  1. spel (lek)
    le jeu; la partie; le match
    • jeu [le ~] zelfstandig naamwoord
    • partie [la ~] zelfstandig naamwoord
    • match [le ~] zelfstandig naamwoord
  2. spel (skämt; bransch; runda)
    le jeu; le tour; la partie
    • jeu [le ~] zelfstandig naamwoord
    • tour [le ~] zelfstandig naamwoord
    • partie [la ~] zelfstandig naamwoord
  3. spel (tävling; förehavande; match; kamp)
    la compétition; le match; le concours; la course; le jeu; la rencontre
    • compétition [la ~] zelfstandig naamwoord
    • match [le ~] zelfstandig naamwoord
    • concours [le ~] zelfstandig naamwoord
    • course [la ~] zelfstandig naamwoord
    • jeu [le ~] zelfstandig naamwoord
    • rencontre [la ~] zelfstandig naamwoord
  4. spel
    le set; la manche
    • set [le ~] zelfstandig naamwoord
    • manche [la ~] zelfstandig naamwoord
  5. spel
    jeux
    • jeux zelfstandig naamwoord
  6. spel
    le jeu; jeu vidéo
  7. spel
  8. spel (matcher)
    le matches
    • matches [le ~] zelfstandig naamwoord

Vertaal Matrix voor spel:

Zelfstandig NaamwoordVerwante vertalingenAndere vertalingen
compétition förehavande; kamp; match; spel; tävling konkurens; konkurrenter; rivaler; rivalitet; tävlande; tävling
concours förehavande; kamp; match; spel; tävling fajtande; fäktande; göra; kooperation; samarbete; sammanträffande; sammanverkan; tävlingar
course förehavande; kamp; match; spel; tävling biljett; biljettpris; färdbiljettspris; kapplöpning; lopp; löpning; pris; sprinterlopp; tävling
jeu bransch; förehavande; kamp; lek; match; runda; skämt; spel; tävling lek; marginal; spelsätt
jeux spel
manche spel bana; färd; handtag; heat; omgång; parti; rond; set; skaft; sträcka; väg; ärm; öra
match förehavande; kamp; lek; match; spel; tävling match
matches matcher; spel
partie bransch; lek; runda; skämt; spel avdelning; barnlek; beståndsdel; bit; del; element; fest; ingrediens; klimp; klump; lekande; mängd; portion; segment; sektion; stycke; tillställning
rencontre förehavande; kamp; match; spel; tävling möte; sammankomst
set spel
tour bransch; runda; skämt; spel bana; cirkel; färd; gå på en runda; gångtur; kaprioler; konstskap; list; litet torn; mellanhavande; möjligheten; promenad; resa; revolution; rotation; rund; rundresa; skyskrapa; slottstorn; spatsertur; sträcka; svarv; torn; trick; tur; upptåg; utflykt; väg
Not SpecifiedVerwante vertalingenAndere vertalingen
Jeux d’argent spel
jeu vidéo spel

Synoniemen voor "spel":


Wiktionary: spel

spel
noun
  1. Divertissement, activité ludique

Cross Translation:
FromToVia
spel jeu game — translations to be checked
spel jeu game — to defeat the rules in order to obtain a result
spel jeu play — playful activity
spel jeu Spiel — Tätigkeit ohne Zweck und aus Freude, Spaß an ihr selbst, unterhaltende Beschäftigung, Kurzweil, im Unterschied zur Arbeit, Freizeitbeschäftigung

Spel:


Vertaal Matrix voor Spel:

Not SpecifiedVerwante vertalingenAndere vertalingen
Musique de jeu vidéo Spel

Verwante vertalingen van spel