Overzicht
Zweeds naar Frans:   Meer gegevens...
  1. gap:
  2. Wiktionary:


Zweeds

Uitgebreide vertaling voor gap (Zweeds) in het Frans

gap:

gap [-ett] zelfstandig naamwoord

  1. gap (käft; mun; näbb)
    la gueule; le museau; le bec
    • gueule [la ~] zelfstandig naamwoord
    • museau [le ~] zelfstandig naamwoord
    • bec [le ~] zelfstandig naamwoord
  2. gap (hiatus; lucka)
    la lacune; l'hiatus; le vide
    • lacune [la ~] zelfstandig naamwoord
    • hiatus [le ~] zelfstandig naamwoord
    • vide [le ~] zelfstandig naamwoord
  3. gap (tomrum; lucka)
    la lacune; le vide; le manque; l'hiatus; le défaut
    • lacune [la ~] zelfstandig naamwoord
    • vide [le ~] zelfstandig naamwoord
    • manque [le ~] zelfstandig naamwoord
    • hiatus [le ~] zelfstandig naamwoord
    • défaut [le ~] zelfstandig naamwoord

Vertaal Matrix voor gap:

Zelfstandig NaamwoordVerwante vertalingenAndere vertalingen
bec gap; käft; mun; näbb fräckhet; munnen; nos; nota; näsa; oskamsen; räkning; snabel
défaut gap; lucka; tomrum avsaknad; brist; bräcka; defekt; fel; handikapp; maskindefekt; misstag; omoral; osedlighet; skrik; spricka; svaghet; synd; trasigt; underskott
gueule gap; käft; mun; näbb fejs; fräckhet; kropp; lepra; munnen; nylle; oskamsen; spetälska
hiatus gap; hiatus; lucka; tomrum
lacune gap; hiatus; lucka; tomrum bräcka; spricka
manque gap; lucka; tomrum avsaknad; brist; bräcka; fel; handikapp; knapphet; spricka; underskott
museau gap; käft; mun; näbb fräckhet; hund snut; kran; munnen; oskamsen; snok
vide gap; hiatus; lucka; tomrum hål; hålighet; ingenting; klyfta; läcka; läckage; tomhet; tomrum; vakuum
BijwoordVerwante vertalingenAndere vertalingen
vide fri; fritt; innehållslös; innehållslöst; lufttom; obebyggd; obebyggt; tom; tomt

Synoniemen voor "gap":


Wiktionary: gap

gap
noun
  1. géographie|fr région sous-marine très profonde, et plus particulièrement celle où ne parvenir plus la lumière solaire.
  2. cavité large et profonde, vide ou remplie d’eau.