Make in het Frans vertaald uit het Zweeds

Remove Ads

Overzicht

Zweeds naar Frans: Meer gegevens...

make:
- époux; partenaire; mari; compagnon; conjoint; épouse; femme; homme; personne du sexe masculin; individu; autre moitié; moitié
Wiktionary:
- make → mari, époux
- make → mari, époux

Zweeds

Uitgebreide vertaling voor make (Zweeds) in het Frans

make:

make [-en] zelfstandig naamwoord

make (äkta man)
l'époux; le partenaire; le mari; le compagnon; le conjoint
- époux [le ~] zelfstandig naamwoord
- partenaire [le ~] zelfstandig naamwoord
- mari [le ~] zelfstandig naamwoord
- compagnon [le ~] zelfstandig naamwoord
- conjoint [le ~] zelfstandig naamwoord
make (man)
l'époux
- époux [le ~] zelfstandig naamwoord
make (äkta hälft; livskamrat; fru; maka; man)
l'épouse; la femme; la partenaire
- épouse [la ~] zelfstandig naamwoord
- femme [la ~] zelfstandig naamwoord
- partenaire [la ~] zelfstandig naamwoord
make (person av manligt kön; herre; man)
l'homme; la personne du sexe masculin; l'individu
- homme [le ~] zelfstandig naamwoord
- personne du sexe masculin [la ~] zelfstandig naamwoord
- individu [le ~] zelfstandig naamwoord
make (bättre hälft; maka)
l'autre moitié; l'épouse; la moitié; l'époux
- autre moitié [la ~] zelfstandig naamwoord
- épouse [la ~] zelfstandig naamwoord
- moitié [la ~] zelfstandig naamwoord
- époux [le ~] zelfstandig naamwoord

Vertaal Matrix voor make:

Zelfstandig Naamwoord	Verwante vertalingen	Andere vertalingen
autre moitié	bättre hälft; maka; make
compagnon	make; äkta man	följeslagare; kamrat; kompanjon; kompis; ledsagare; livskamrat; livsledsagare; medlem i firman; partner; polare; själsfrände; sympatisör; vän; äkta make
conjoint	make; äkta man	livskamrat; livsledsagare; äkta make
femme	fru; livskamrat; maka; make; man; äkta hälft	fru; hemmafru; kvinna; livskamrat; livsledsagare; livspartner; make eller maka; man; äktapar
homme	herre; make; man; person av manligt kön	betjänt; grabb; individ; kammartjänare; karl; kille; kis; lackej; livskamrat; livsledsagare; man; människa; mänsklig väsen; person; pojke; polare; prick; typ; uppassare; äkta make
individu	herre; make; man; person av manligt kön	betjänt; individ; kammartjänare; lackej; människa; mänsklig väsen; person; skapelse; uppassare; varelse
mari	make; äkta man	livskamrat; livsledsagare; äkta make
moitié	bättre hälft; maka; make	halva
partenaire	fru; livskamrat; maka; make; man; äkta hälft; äkta man	fru; följeslagare; kamrat; kompanjon; kompis; kvinnlig partner; ledsagare; livspartner; make eller maka; man; medkämpare; medlem i firman; partner; supporter; äktapar
personne du sexe masculin	herre; make; man; person av manligt kön
épouse	bättre hälft; fru; livskamrat; maka; make; man; äkta hälft	fru; livskamrat; livsledsagare; livspartner; make eller maka; man; äkta make; äktapar
époux	bättre hälft; maka; make; man; äkta man	livskamrat; livsledsagare; äkta make
Not Specified	Verwante vertalingen	Andere vertalingen
partenaire		partner
Bijwoord	Verwante vertalingen	Andere vertalingen
conjoint		alltsammans; ihop

Synoniemen voor "make":

kta hälft

Wiktionary: make

make

noun

époux, celui qui unir à une autre personne par le lien conjugal.
- mari → make; äkta make; man
conjoint ; mari.
- époux → make; äkta make; man

Cross Translation:

From	To	Via
• make	→ mari; époux	↔ husband — male partner in marriage
• make	→ mari; époux	↔ Ehegatte — männlicher Partner in einer Ehe
• make	→ mari; époux	↔ Gatte — Der männliche Partner einer Ehe
• make	→ époux; mari	↔ Gemahl — Ehemann, Gatte
• make	→ époux; mari	↔ echtgenoot — een mannelijke huwelijkspartner

Verwante vertalingen van make

Remove Ads

Vertaal make van Zweeds naar Frans

Uitgebreide vertaling voor make (Zweeds) in het Frans

make:

make [-en] zelfstandig naamwoord

make (äkta man)

make (man)

make (äkta hälft; livskamrat; fru; maka; man)

make (person av manligt kön; herre; man)

make (bättre hälft; maka)

Vertaal Matrix voor make:

Synoniemen voor "make":

Wiktionary: make

Verwante vertalingen van make