Overzicht
Zweeds naar Frans:   Meer gegevens...
  1. brus:
  2. Wiktionary:


Zweeds

Uitgebreide vertaling voor brus (Zweeds) in het Frans

brus:

brus [-ett] zelfstandig naamwoord

  1. brus
    le bruit; le tapage; le vacarme
    • bruit [le ~] zelfstandig naamwoord
    • tapage [le ~] zelfstandig naamwoord
    • vacarme [le ~] zelfstandig naamwoord
  2. brus (dån; dunder; klang)
    le grondement; le bruit sourd

Vertaal Matrix voor brus:

Zelfstandig NaamwoordVerwante vertalingenAndere vertalingen
bruit brus brådska; buller; fläng; jäkt; oljud; oväsen; rabalder; rytande; skrikande; tjutande; tumult; uppståndelse; vrålanede; väsen
bruit sourd brus; dunder; dån; klang
grondement brus; dunder; dån; klang bankande; dundrande; dån; grymtning; jämmrande; klagande; knorra; knorrande; krocka; morrande; morrning; mullrande; muttrande; plötslig explosion; sammanstöta; smacka ens läppar; snarkande; vindhylande; vulkanutbrott
tapage brus bräk; bråk; förvirring; jätte; knacka på; knackning på; larm; liv; oljud; oväsen; tjafs; tumult; uppståndelse; väldig; väsen
vacarme brus brådska; bråk; buller; fläng; hurrande; jubel; jäkt; larm; munterhet; oljud; oväsen; rabalder; rytande; skrikande; tjafs; tjutande; tumult; uppståndelse; vrålanede; väsen

Synoniemen voor "brus":


Wiktionary: brus


Cross Translation:
FromToVia
brus boisson gazeuse; soda soft drink — sweet, non-alcoholic carbonated beverage