Overzicht
Zweeds naar Frans:   Meer gegevens...
  1. påve:
  2. Wiktionary:
Frans naar Zweeds:   Meer gegevens...
  1. pavé:
  2. paver:
  3. épave:
  4. Wiktionary:


Zweeds

Uitgebreide vertaling voor påve (Zweeds) in het Frans

påve:

påve [-en] zelfstandig naamwoord

  1. påve
    le pape; le souverain pontife

Vertaal Matrix voor påve:

Zelfstandig NaamwoordVerwante vertalingenAndere vertalingen
pape påve
souverain pontife påve hög präst

Wiktionary: påve

påve
noun
  1. sens religieux

Cross Translation:
FromToVia
påve pape; papesse pope — head of Roman Catholic Church



Frans

Uitgebreide vertaling voor påve (Frans) in het Zweeds

pavé:

pavé [le ~] zelfstandig naamwoord

  1. le pavé (brique; pierre; dalle)
    tegelsten; sten
    • tegelsten [-en] zelfstandig naamwoord
    • sten [-en] zelfstandig naamwoord
  2. le pavé
    trottoar
  3. le pavé
    gatsten
    • gatsten [-en] zelfstandig naamwoord
  4. le pavé
    stenläggning

pavé bijvoeglijk naamwoord

  1. pavé
    stenlagd

Vertaal Matrix voor pavé:

Zelfstandig NaamwoordVerwante vertalingenAndere vertalingen
gatsten pavé carreau
sten brique; dalle; pavé; pierre bijou; caillou roulé; galet roulé; pierre
stenläggning pavé
tegelsten brique; dalle; pavé; pierre brique
trottoar pavé promenade; rue pietonne; trottoir
BijwoordVerwante vertalingenAndere vertalingen
sten de pierre; en pierre
stenlagd pavé

Synoniemen voor "pavé":


Wiktionary: pavé


Cross Translation:
FromToVia
pavé gatsten Pflasterstein — eines derjenigen runden oder eckigen Teile aus Stein, mit denen man einen zu befahrenden Untergrund befestigt, zum Beispiel eine Straße oder einen Platz
pavé tegelstensroman; tjock bok Wälzer — (umgangssprachlich) (sehr) dickes Buch

paver:

paver werkwoord (pave, paves, pavons, pavez, )

  1. paver
    täcka; bekläda; stenlägga
    • täcka werkwoord (täcker, täckte, täckt)
    • bekläda werkwoord (beklär, beklädde, beklätt)
    • stenlägga werkwoord (stenlägger, stenlade, stenlagt)

Conjugations for paver:

Présent
  1. pave
  2. paves
  3. pave
  4. pavons
  5. pavez
  6. pavent
imparfait
  1. pavais
  2. pavais
  3. pavait
  4. pavions
  5. paviez
  6. pavaient
passé simple
  1. pavai
  2. pavas
  3. pava
  4. pavâmes
  5. pavâtes
  6. pavèrent
futur simple
  1. paverai
  2. paveras
  3. pavera
  4. paverons
  5. paverez
  6. paveront
subjonctif présent
  1. que je pave
  2. que tu paves
  3. qu'il pave
  4. que nous pavions
  5. que vous paviez
  6. qu'ils pavent
conditionnel présent
  1. paverais
  2. paverais
  3. paverait
  4. paverions
  5. paveriez
  6. paveraient
passé composé
  1. ai pavé
  2. as pavé
  3. a pavé
  4. avons pavé
  5. avez pavé
  6. ont pavé
divers
  1. pave!
  2. pavez!
  3. pavons!
  4. pavé
  5. pavant
1. je, 2. tu, 3. il/elle/on, 4. nous, 5. vous, 6. ils/elles

Vertaal Matrix voor paver:

WerkwoordVerwante vertalingenAndere vertalingen
bekläda paver couvrir; décorer; garnir; investir; placer; recouvrir; revêtir; tapisser
stenlägga paver
täcka paver abriter; borner; clôturer; couvrir; décorer; garnir; mettre à l'abri de; protéger; préserver; recouvrir; revêtir; s'assurer contre; sauvegarder; se couvrir contre; tapisser
OverVerwante vertalingenAndere vertalingen
täcka cacher
BijwoordVerwante vertalingenAndere vertalingen
täcka couvert

Synoniemen voor "paver":


épave:

épave [la ~] zelfstandig naamwoord

  1. l'épave (navire désemparé)
    skeppsbrott
  2. l'épave (tas de feraille; casse)
    bilvrak
  3. l'épave (bribes; morceau; fragment)
    vrakgods; vrakdel
    • vrakgods [-ett] zelfstandig naamwoord
    • vrakdel [-en] zelfstandig naamwoord

Vertaal Matrix voor épave:

Zelfstandig NaamwoordVerwante vertalingenAndere vertalingen
bilvrak casse; tas de feraille; épave casses; épaves
skeppsbrott navire désemparé; épave naufrage
vrakdel bribes; fragment; morceau; épave
vrakgods bribes; fragment; morceau; épave

Synoniemen voor "épave":


Wiktionary: épave


Cross Translation:
FromToVia
épave vrak wreck — ruined object or person

Verwante vertalingen van påve