Avgift: vertaling Zweeds

Overzicht

Zweeds naar Nederlands: Meer gegevens...

avgift:
- kosten; belasting; heffing; leges; wedde; soldij; reisbiljet; taxatiewaarde; tolheffing; toltarief; toeslag
Wiktionary:
- avgift → afsluitprovisie, afsluitpremie, commissie, prijs, honorarium

Zweeds

Uitgebreide vertaling voor avgift (Zweeds) in het Nederlands

avgift (arvode)
de kosten; de belasting; de heffing; de leges
- kosten [de ~] zelfstandig naamwoord, mv.
- belasting [de ~ (v)] zelfstandig naamwoord
- heffing [de ~ (v)] zelfstandig naamwoord
- leges [de ~] zelfstandig naamwoord, mv.
avgift (betalning)
de wedde; de soldij
- wedde [de ~] zelfstandig naamwoord
- soldij [de ~ (v)] zelfstandig naamwoord
avgift (passageraravgift; biljett; biljettpris)
het reisbiljet
- reisbiljet [het ~] zelfstandig naamwoord
avgift (taxeringsvärde; fastställd avgift)
de taxatiewaarde
- taxatiewaarde [de ~ (v)] zelfstandig naamwoord
avgift (tull)
de tolheffing
- tolheffing [de ~ (v)] zelfstandig naamwoord
avgift
het toltarief
- toltarief [het ~] zelfstandig naamwoord
avgift (tillägg)
de toeslag
- toeslag [de ~ (m)] zelfstandig naamwoord

Zelfstandig Naamwoord	Verwante vertalingen	Andere vertalingen
belasting	arvode; avgift	beläggning; skatt; skatter; taxering
heffing	arvode; avgift
kosten	arvode; avgift	kostnad; kostnader
leges	arvode; avgift
reisbiljet	avgift; biljett; biljettpris; passageraravgift
soldij	avgift; betalning	avlöning; betalning; inkomst; lön
taxatiewaarde	avgift; fastställd avgift; taxeringsvärde
toeslag	avgift; tillägg	bonus
tolheffing	avgift; tull
toltarief	avgift
wedde	avgift; betalning	avlöning; betalning; inkomst; lön

Cross Translation:

From	To	Via
• avgift	→ afsluitprovisie; afsluitpremie; commissie	↔ commission — fee charged
• avgift	→ prijs; honorarium	↔ fee — monetary payment charged for professional services