Overzicht
Zweeds naar Nederlands:   Meer gegevens...
  1. benämning:
  2. Wiktionary:


Zweeds

Uitgebreide vertaling voor benämning (Zweeds) in het Nederlands

benämning:

benämning [-en] zelfstandig naamwoord

  1. benämning (term; namn)
    de naam; de term
    • naam [de ~ (m)] zelfstandig naamwoord
    • term [de ~ (m)] zelfstandig naamwoord
  2. benämning (namn; titel)
    de benaming; de aanduiding; de benoeming

Vertaal Matrix voor benämning:

Zelfstandig NaamwoordVerwante vertalingenAndere vertalingen
aanduiding benämning; namn; titel identifierare; indikation; tecken
benaming benämning; namn; titel
benoeming benämning; namn; titel anställning; jobb; utnämning
naam benämning; namn; term anseende; namn; reputation; rykte
term benämning; namn; term

Synoniemen voor "benämning":


Wiktionary: benämning


Cross Translation:
FromToVia
benämning benaming designation — distinguishing mark or name