Overzicht
Zweeds naar Nederlands:   Meer gegevens...
  1. disig:
  2. Wiktionary:


Zweeds

Uitgebreide vertaling voor disig (Zweeds) in het Nederlands

disig:

disig bijvoeglijk naamwoord

  1. disig (disigt)
    dampvormig
  2. disig (suddigt; dimmigt; dimmig; disigt)
    troebel; wazig; beneveld

Vertaal Matrix voor disig:

Bijvoeglijk NaamwoordVerwante vertalingenAndere vertalingen
troebel dimmig; dimmigt; disig; disigt; suddigt bekymrad; bekymrat; lerig; lerigt; oklar; oklart; oroat; otydligt; suddig
wazig dimmig; dimmigt; disig; disigt; suddigt dimmig; dimmigt; disigt; dunkel; dunkelt; konturlöst; mulig; oklar; oklart; uttrycklös; uttrycklöst; vag
BijwoordVerwante vertalingenAndere vertalingen
beneveld dimmig; dimmigt; disig; disigt; suddigt berusat; full; fullt; halvt berusat; lätt berusad; lätt berusat; onykter; onyktert; pirum; påverkat
dampvormig disig; disigt

Synoniemen voor "disig":


Wiktionary: disig


Cross Translation:
FromToVia
disig mistig; nevelig diesig — die Sicht wegen Umweltverschmutzung oder erhöhter Feuchtigkeit der Luft einschränkend