Home ->Woordenboeken ->Zweeds/Nederlands ->Zoek: fack

Zweedse en Nederlandse zoekresultaten voor: fack

Overzicht

Zweeds naar Nederlands: Meer gegevens...

fack:
- compartiment; coupé; bestuursgebied; ambtsgebied; vakje; sleuf
Wiktionary:
- fack → vakbond, omgeving, bereik, sfeer, afdeling, branche, tak, vak, boerderij, goed, landgoed, bezitting

Zweeds

Uitgebreide vertaling voor fack (Zweeds) in het Nederlands

fack:

fack [-ett] zelfstandig naamwoord

fack (hål)
het compartiment; de coupé
- compartiment [het ~] zelfstandig naamwoord
- coupé [de ~ (m)] zelfstandig naamwoord
fack (avdelning; institution; område; departement; ministerium)
bestuursgebied; het ambtsgebied
- bestuursgebied [znw.] zelfstandig naamwoord
- ambtsgebied [het ~] zelfstandig naamwoord
fack (avdelning; bås)
het vakje
- vakje [het ~] zelfstandig naamwoord
fack
de sleuf
- sleuf [de ~] zelfstandig naamwoord

Vertaal Matrix voor fack:

Zelfstandig Naamwoord	Verwante vertalingen	Andere vertalingen
ambtsgebied	avdelning; departement; fack; institution; ministerium; område
bestuursgebied	avdelning; departement; fack; institution; ministerium; område
compartiment	fack; hål
coupé	fack; hål
sleuf	fack	dike; kortplats; myntinkast; springa
vakje	avdelning; bås; fack

Synoniemen voor "fack":

kategori; gebit; bransch

Wiktionary: fack

Cross Translation:

From	To	Via
• fack	→ vakbond	↔ Gewerkschaft — Organisation, Verein der Arbeitnehmer zum Durchsetzen eigener Interessen
• fack	→ omgeving; bereik; sfeer	↔ sphere — region in which something or someone is active
• fack	→ afdeling; branche; tak; vak; boerderij; goed; landgoed; bezitting	↔ domaine — Propriété d’une assez vaste étendue et contenant des biens-fonds de diverse nature. (Sens général)
• fack	→ afdeling; branche; tak; vak	↔ spécialité — caractère de ce qui est spécial.

Verwante vertalingen van fack